Welkom in de darkroom van Maison Slash. De enige plek in ons huis waar een slashparent anoniem en doodeerlijk zijn of haar verhaal kan doen. Zoals deze moeder die haar grootste angst heel reëel ziet worden. Zal haar fantastische dochter hetzelfde moeten doorgaan en 35 jaar lang in de spiegel kijken zonder tevreden te zijn met wat ze ziet?
Woensdagochtend. Mijn intelligente, empathische, knappe, extraverte, vrolijke dochter van 5 jaar staat voor de spiegel haar houding te corrigeren. “Hopla, buikje, laat u niet zien op school ,hoor!”, zegt ze, terwijl ze met haar handjes haar rug rechtduwt en haar buik intrekt. Net als haar prachtige vader, heeft ook zij een holle rug waardoor haar buikje naar voren bolt. Ik hoor het en verstijf, maar vraag haar toch zo achteloos mogelijk wat ze daar doet. “Ik vertel mijn rug en buik hoe ze zich moeten gedragen, zodat de jongens van het derde leerjaar mij geen dikzak noemen als ik voorbijloop. Want ik ben niet dik maar door mijn rug lijkt dat zo en die jongens snappen dat niet.”
Vette koe
Ik ben bijna 40 en ik hoor nog steeds de scheldwoorden uit mijn jeugd nagalmen in mijn oren. Dikzak, vette koe, vreetzak. Net zoals mijn dochter was ik niet dik. Ik was geen giraffe op hoge slanke poten, eerder een gestroomlijnde okapi, maar ik was niet dik. Aangezien de slachtofferrol mij nooit gelegen heeft, kan ik ook niet zeggen dat ik gepest werd. Maar de stoute woorden en goedbedoelde maar foute opmerkingen van mijn jeugd, slopen binnen en kraakten mijn zelfbeeld.
Mijn gewicht werd een jojo, ik ontwikkelde een
eetstoornis en daarna nog 1, ik heb jaren excessief gesport en niets gegeten.
Ik stond scherper dan een mes en was doodongelukkig. Ongelukkig door de mensen
van wie ik dacht dat het mijn beste vrienden waren, die toch nét iets
sympathieker waren en nét iets meer mijn gezelschap wilden als ik er beter
uitzag. Ik tuimelde in een acute depressie, geraakte eruit, om na 5 jaar de
chronische en slepende variant ervan te ontdekken. Ik noemde mezelf niet
depressief maar door mijn zelfvertrouwen te koppelen aan mijn uiterlijk, bleef
ik een vertekend beeld hebben van mijzelf en een verkeerde houding hebben ten
opzichte van voedsel. Ik voelde me dagelijks schuldig als ik iets in mijn mond
stak dat, volgens mijn normen, niet gezond was. En geloof mij, mijn normen
waren streng!
Wees lief voor je lichaam
“Dochter, ik kende in mijn jeugd ook jongens van het derde leerjaar die me dikzak noemden. Dit maakte me triest, dus ik denk te weten dat ook jij triest bent. Als dat zo is, weet dat ik hier altijd ben, ik sta altijd aan jouw kant en je mag me altijd alles zeggen. Ik zal er alles aan doen om je terug op te vrolijken. Maar ik heb geen oplossing voor dit probleem. Ik kan gaan praten met de directeur en de juf, met de mama’s en de papa’s, maar ik kan je niet beloven dat daarmee alles opgelost is.
Weet dat geen 2 lichamen
hetzelfde zijn, sommige lichamen kunnen mooi zingen, sommige zijn mager,
sommige maken de mooiste tekeningen en sommige zijn zo rond als een bal. En
omdat er zo veel lichamen zijn, is het onmogelijk om te zeggen dat het ene mooi
is en het andere niet. Dit lichaam is jouw lichaam en het is een fantastisch
lichaam! Het is niet ziek of kapot en doet alles wat je wilt. Wees er lief
voor! Dit lichaam is ook niet blijvend, het zal groter worden en borsten
krijgen en het zal meegroeien volgens de behoeften die jij hebt. Dus geloof
maar niet wat iemand anders zegt. Het is jouw lichaam en het is fantastisch!”
Is dit juist? Gaat dit helpen? Gaan mijn woorden
al die andere woorden teniet doen? Ik weet het niet. Want ik blijf maar denken
en tellen en rekenen. Hoeveel keer moet ze “dikzak” horen voor ze het zelf
gelooft?
Ik laat het los, maar voel me machteloos
Sinds kort heb ik na al die jaren besloten om de strijd los te laten. Ik weeg 93kg voor 1m65. Dat is te veel. Maar ik eet gezond, ga dagelijks 2 uur wandelen met de hond en dat moet genoeg zijn. Ik heb geen tijd meer om 4u per dag te sporten. Ik ben mama, werk full-time, probeer in afstandsleren mijn bachelor accountancy te halen en run een supportersclub. Ik heb genoeg ballen in de lucht te houden. Ik heb de tijd, de energie en de zin niet meer om door de hoepels te springen die de maatschappij ons voorhoudt. Ik laat het los!
En dan nu op een domme woensdagmorgen wordt mijn grootste
angst heel reëel. Dat die fantastische dochter van mij, hetzelfde zou moeten
doorgaan. Dat ook zij, 35 jaar lang, in de spiegel zou kijken en niet tevreden
zou zijn met wat ze ziet. Ik ween niet snel, maar vanmorgen heb ik
gehuild. Want ik, die geen uitdaging uit die weg gaat, voel me machteloos en
verloren. Ik weet niet wat ik moet doen! Ik weet niet wat ik moet zeggen! En ik
ben vooral bang dat mijn eigen ervaringen, een donkere wolk trekken over mijn
gezonde verstand. Dat ik vanuit mijn eigen pijn, de hare ga voeden.